donderdag 15 mei 2008

‘Healing Psyche’ (Rob van Overbruggen Ph.D.) & 'Psychose en Schizofrenie de mens achter het ziektebeeld’ (Barbelo C. Uijtenbogaardt ).

Een poosje geleden verschenen in korte tijd twee voor hypnoland interessante boeken. Van Rob van Overbruggen Ph.D. ‘Healing Psyche’ en van Barbelo C. Uijtenbogaardt ‘Psychose en Schizofrenie de mens achter het ziektebeeld’.

Uijtenbogaardt verloochend haar schrijftalenten niet. Net als haar voorgaande boeken laat ‘Psychose en Schizofrenie’ zich gemakkelijk lezen. Trefzeker en zonder omhaal weet ze haar visie duidelijk weer te geven. In haar opzet om mensen met psychose of schizofrenie aan het woord te laten en te tonen dat zij mensen zijn met meer dan alleen een ziekte is ze zeker geslaagd.
Uijtenbogaardt is vooral bekend van haar inmiddels 10 jarige Academie voor psychosociale begeleiding en hypnotherapie.
Vooral dat laatste zet je als lezer een beetje op het verkeerde been: je verwacht een uiteenzetting over wat hypnose te bieden heeft bij schizofrenie en psychose. Dat misverstand is de schrijfster niet aan te rekenen. Nergens wekt ze die verwachting. Maar juist omdat schizofrenie en psychose vaak een contra-indicatie voor hypnotherapie genoemd worden verwacht je daarover nieuws, interessante gevalsbeschrijvingen of om zijn minst een prikkelende stelling.

Een rondje langs de handboeken van Barbelo’s Nederlandse collega’s leert dat het geen onderwerp is dat door hypnotherapeuten diepgaand beschreven is of vaak bij hen in de praktijk lijkt voor te komen. Er bestaat geen eensgezindheid over: Volgens Cladder (1990) kan iedereen tot een bepaalde hoogte in trance gaan,” behalve diep zwakzinnigen voor wie woorden weinig betekenis hebben, en psychotici met sterke concentratieproblemen…” Van der Hart (1995) noemt ‘de kortdurende psychose (ICD-10 ‘acute en voorbijgaande psychotische stoornissen’, F23) een toestand waarin sprake is van ‘één dag tot maximaal een maand van psychotische symptomen. En wijst op de hoge hypnotiseerbaarheid van deze patiënten. Hij benadrukt dat in plaats van psychofarmaca bij hen psychotherapie, in het bijzonder hypnotherapie, is aangewezen.
Volgens Van Dyck et al(1991) is het zelfs mogelijk dat de hypnose de oorzaak is voor psychotische symptomen: ze noemen onder het kopje foutieve toepassingen het gevaar van het ‘gevreesde probleem is de (psychotische) decompensatie ten gevolge van hypnose, vaak voorafgegaan door heftige depersonalisatieverschijnselen. Deels is deze ontwikkeling verklaarbaar door het geven van therapeutische bedoelde suggesties die niet aansluiten bij de behoeften van de patiënt en te veel de macht van de hypnotiseur benadrukken. Verder kan er sprake zijn van niet-onderkende ernstige psychopathologie die tijdens de hypnose manifest wordt..” Van Dyck et al concluderen dat absolute contra-indicaties voor hypnose niet bestaan. Echter: “..grote terughoudendheid moet worden betracht bij de behandeling van psychotische patiënten..”
Hoenderdos en Olgers besteden weinig of geen aandacht aan de combinatie psychose en hypnose.
Koster (1956) meldt dat hij ‘Verschillende malen bij duidelijk psychotische patiënten de opname door een hypnose voorkomen..”. Merkwaardig is dat Koster (Hyp in de geneeskunde, 1926) : “..Bij psychosen is met hypnose weinig te bereiken. In de eerste plaats zijn slechts hoogstens 10 % dezer patiënten te hypnotiseeren (Zooals aan Voisin gebleken is) Bovendien krijgt men, wanneer een hypnose gelukt, toch maar weinig succes..” In 1948 schrijft hij:”Het gebied der psychosen is in het algemeen weinig geschikt voor behandeling met hypnose.”. Maar “.. Bij hysterische psychosen kan de hypnose de genezing bewerken, zooals bij alle hysterische toestanden.” Stokvis (1953) is nog zekerder van zijn zaak: “…II Absolute contra-indicatie 1. Bij lijders aan psychosen. Bij hen dient de hypnotische behandeling absoluut te worden vermeden. Ook Stokvis wijst op het gevaar:”… there is danger of producing an actively psychotic patiënt.”
Tot slot Uijtenbogaardt’s eigen handboek: (Blz. 183 2e druk): “..Indien een cliënt zodanig psychotisch is dat hij geen contact meer heeft met de werkelijkheid, kun je spreken van een contra-indicatie voor het werken met regressie of zelfs met trance. De cliënt is eigenlijk al in trance…” In hetzelfde handboek geeft Uijtenbogaardt een handzame beschrijving van Psychose, schizofrenie en borderline. Een niet overbodige toevoeging om te kunnen de beoordelen waarvoor een contra-indicatie geldt. Dat verdient navolging!
Blijven we zitten met de vraag waarom er zo weinig hypnose in dit nieuwe boek zit. Eigenlijk is de vraag stellen hem beantwoorden: Barbelo heeft eerst de patiënten aan het woord gelaten, nu is de therapeut aan de beurt. We wachten af….

Anders is het met ‘Healing Psyche’van Rob van Overbruggen. Deze auteur worstelde een indrukwekkende berg onderzoeken door. In zijn boek onderbouwt hij elke fase van ontstaan, verloop en behandelingen van kanker met een korte samenvatting van bijbehorend onderzoek. De literatuuropgave van dit boek telt dan ook niet minder dan 888 verwijzingen.
Niet te vermijden is dat de lezer dan af en toe feiten voorgeschoteld krijgt die hij al kent maar soms zal men de klok hebben horen luiden maar niet meer weten van de klepel. Met het werk van Overbruggen kunnen de klokken weer gelijkgezet worden.
Toch is het geen droge opsomming van onderzoeken. Van Overbruggen neemt stellingen in. Hij constateert dat er veel verschillende terminologie gebruikt word voor gebeurtenissen die een ziekte kunnen uitlokken of versterken: In het stress onderzoek gebruikt men de term ‘stressor’ maar de gedrags- en cognitieve therapie spreekt men over ‘trigger’. Van Overbruggen kiest voor trigger omdat die term actie impliceert. Ook bepleit hij de mensen te beschermen tegen valse verwachtingen. Daarom moeten alle therapieën, zowel de reguliere als de alternatieve de wetenschappelijke de toets der kritiek kunnen doorstaan alvorens ze toegepast mogen worden Dat is ook in het belang van de wetenschap nieuwe impulsen ontberen..
Hij pareert de redenering als zou een kankerpatiënt niets te verliezen hebben bij het proberen van een nieuw middel.: Ongelukkigerwijze is er wel degelijk wat te verliezen: Patiënten kunnen valse hoop krijgen en ze kunnen hun vertrouwen in de reguliere geneeskunde én de aanvullende wetenschappen kwijtraken. En uiteindelijk kan het volgens van een onbevredigende therapie hen beroven van hun kostbare, schaarse tijd die hen nog rest.

Wie de boeken van Uitenbogaardt en Van Overbruggen na elkaar leest kan opvallende parallellen zien tussen de ontstaanswijzen van schizofrenie en kanker. Beide schrijvers stellen dat een aantal levensgebeurtenissen bepalend kunnen zijn voor het ontstaan of bevorderen van kanker en schizofrenie. Uitenbogaardt noemt een Fins onderzoek waaruit blijkt dat schizofrenie haar oorsprong kan hebben in de zwangerschapstijd. Moeders die in de oorlog tijdens de zwangerschap hun partner kwijtraakten liepen een groter kans op een schizofreen kind. Uitenbogaardt onderschrijft dat en weet uit haar praktijk dat kinderen van moeders die tijdens de zwangerschap veel stress, verdriet of angst doormaken meer kans lopen op problemen met hun identiteit en ontwikkeling en meent dat de verhalen van patiënten dat bevestigen: een relatie wordt verbroken, een breuk in het gezin, wanneer een dierbare sterft, of een baan verliezen. Van Overbruggen presenteert een indrukwekkende lijst van gedragspatronen en sociaalpsychologische factoren die het ontstaan of uitbreiden van kanker kan beïnvloeden. Traumatische gebeurtenissen zoals overlijden, of het verlies van een vriend fungeren als trigger van het kankerproces.
Beide auteurs maken inzichtelijk welke neurologische processen beïnvloedt worden door psychologische factoren maar geen van hen maakt duidelijk hoe het komt dat bij schijnbaar gelijksoortige negatieve gebeurtenissen de ene mens kanker krijgt en de ander schizofrenie.
Deze ontstaansverklaring geldt overigens ook voor andere ziekten zoals prof. J. Groen in de jaren 40 van de vorige eeuw betoogde voor maag- en darmzweren

In 1950 bracht Alexander psychosociale factoren in verband met zeven ziektebeelden (maagzweer, colitis ulcerosa, hyperthyreodie, enteritis, rheumatoide arthritis, hypertensie en asthma bronchiale) en hij veronderstelde dat aan elk van deze ziektebeelden een specifiek psychologisch probleem ten grondslag lag*

Overigens wijst Van Overbruggen er op dat positieve gebeurtenissen langs dezelfde weg het kankerverloop gunstig kunnen beïnvloeden. Als er na het verlies van een dierbare kinderen zijn die de opengevallen plek gedeeltelijk innemen heeft dat een positieve invloed op het ziekteverloop.



Beide boeken zijn verkrijgbaar bij Antiquariaat Lilith

R. van Overbruggen, PhD ‘Healing Psyche, Patterns and structure of Complementary psychological cancer treatment
(CPCT). ISBN: 1-4196-4737-7, gepubliceerd door Booksurge Charleston 2006. Paperback druk 1 € 40,00 (excl. Verzendkosten.)


Uijtenbogaardt B.C. Psychose en schizofrenie De mens achter het ziektebeeld Hypnos, Bussum 2007 ; druk 1; Ingenaaid | 170 pagina's € 16,90 (excl. Verzendkosten)

-

1 opmerking:

Anoniem zei

hallo,

Ik geraakte in 2005 in een psychose niet nader te omschrijven door de psychiatrie en ben totaal gedepersonaliseerd en heb een tochtje gemaakt door de hel en het dodenrijk. In 2003 hypno gevolgd bij Ger Daan. Geen reactie van hem. De hypnovereniging gemaild aangaande klacht hierover en met een help verzoek en de vraag om informatie aangaande contra indicatie te geven. Niets gehoord behalve dat ik schriftelijk een klacht kon indienen. Het vreemde wil dat ik verleden jaar na mijn hulpvraag snachts voelde dat iets in mijn slaapkamer was en onder mijn hoofd een paarse plaid legde. S ochtends wakker en het rook naar chlororm. Kan me nog herinneren hoeveel moeite het kostte bij bewustzijn te komen en dat ik nog probeerde weg te duwen wat bij mij was. Werd s ochtends wakker met dat paarse plaid onder mijn hoofd en met die chloroform lucht. Niemand maar dan ook niemand in de psychiatrie is ook maar geintresseerd in wat je meemaakt en uiteindelijk moet je het alleen doen en sta je alleen, maar ondertussen wel iedereen kwijt geraakt. Die beroepsvereniging voor hypnotherapeuten dat is net zoiets als de nederlandse bank en de afdeling financiele markten. 1 pot nat. Hypno....begin er niet aan want als het fout gaat neemt niemand de verantwoordelijkheid of willen ze het met de zelfde middelen weer oplossen. Dat is pas contra.

R. Rijnbergen
Haarlem