maandag 16 maart 2009

Hypnose & sexualiteit: grote opwinding

Boos!
De combinatie hypnose en homoseksualiteit is al vele jaren goed voor grote opwinding.
Ook in de kennelijk onsterfelijke Britse televisie serie Coronation street is er beroering over ontstaan. Zowel acteurs als hypnotherapeuten zijn verontwaardigd over de hypotherapeutische behandeling van filmpersoon Jason Grimshaw. Jason meldt zich bij een hypnotherapeut om zijn hoogtevrees te overwinnen maar door toedoen van zijn broer krijgt hij door de therapeut homoseksuele karaktertrekjes toebedeeld. De behandeling is zo succesvol dat Jason handkusjes blaast in de richting van buurman Sean en zelfs zijn hand door diens haar haalt! Genoeg om acteur Ryan Thomas, die de rol van Jason speelt, op de kast te jagen. Hij is diep geschokt door deze onverwachte ontwikkeling. Ook de Engelse hypnotherapeuten zijn boos, zij het om een reden.
Op de website van discussiegroep 'Mesmer' betoogt therapeut Donald Robertson dat het eigenlijk de schuld van de hypnotherapeuten zelf is. Zij laten volgens hem te veel toe dat de media dit beeld van de hypnose uitdragen. Hij roept zijn collega’s op te protesteren bij de makers van Coronationstreet. (dutyoffice@itv.com). Zijn protest ontlokte de filmmakers de mededeling dat in films nu eenmaal vertekeningen van beroepen voorkomen ook als die onethisch, of onrechtvaardig zijn. Maar zo voegt de woordvoerder er aan toe: "the baddies in Corrie* always get punished."

* Corrie =Coronationstreet

Conträren sexual-empfindung & Porno.
Het zou best waar kunnen zijn dat de therapeuten zelf hebben bijgedragen aan dit verkeerde beeld.
De discussie over de combinatie hypnose en homosexualiteit stamt uit 1892.
Toen verscheen van Freiherr A.P.F.Schrenck-Notzing een boek over het gebruik van de suggestietherapie bij ziekelijke verschijningen van de geslachtszin in het bijzonder de 'conträren sexual-empfindung'.
In een recensie van het boek in het Nederlandsch Tijdschrift voor Geneeskunde werpt Dr. A.W.van Renterghem de vraag op of Schrenck-Notzing er wel goed aan gedaan heeft om een afzonderlijke studie te publiceren over geslachtsanomalieën. Zou het niet beter geweest zijn om deze onder te brengen in een boek over constitutionele ziekten van het centraal zenuwstelsel en de hersenzwakte waarvan zij meestal verschijnselen zijn.
Hij wijst daarbij op het succes van het boek 'Psychopathia Sexualis' van Krafft-Ebing dat in een paar jaar tijd meerdere keren herdrukt werd. ‘Dat’ zo zegt van Renterghem.."geeft voeding aan het vermoeden, dat allicht oprijst, of niet de pornographische belangstelling van een niet-medisch publiek tot dat succes heeft bijgedragen. Gaarne wil ik toegeven, dat het kwaad gesticht in het brein van niet-bevoegden door de lectuur van een ziekteleer van het geslachtsleven, niet kan opwegen tegen het werkelijk en onbestrijdbaar nut van deze studie voor den paedagoog, den practischen geneesheer, den psychiater en last but not least voor den rechter."
Vooral omdat Schrenck-Notzing de problematiek behandelt uit het oogpunt van de suggestie-leer kan diens boek bij van Renterghem geen kwaad meer doen. Immers, .."door nihilisme dat nog voorheerscht in de therapie, blijven vele zieken - hun leven lang- ten prooi aan hun waanideeën en eindigen dikwijls, hetzij in een krankzinnigengesticht, hetzij in de gevangenis."

Uit de 70 ziektebeschrijvingen door Schrenck Notzing concludeert van Renterghem dat weliswaar bij de erfelijk en anatomisch bepaalde gevallen weinig heil te verwachten is van de suggestietherapie maar dat deze toch ook demonstreren dat gelegenheidsoorzaken en opvoeding een groter rol spelen in de ‘ziekwording der geslachtsdrift’, dan dat men tot dan toe meende. Het gebruik van de psychotherapie kan vooral daar nuttig zijn.
Het leeuwendeel van het boek bestaat uit bespreking van de verschillende vormen van perverse geslachtsdrift. Bedoeld daarmee wordt homosexualiteit.
Van Renterghem onderschrijft de aanbeveling van Schrenck Notzing om de genezing te bevestigen gedurende een jaar daarna door met tussenpozen van 8 tot 14 dagen de hypnotische behandeling voort te zetten. Hij benadrukt dat dat dienstig is bij de suggestieve behandeling van alle zenuwlijden en meent zelfs dat de dokter steeds de vriend en steun moet blijven van de gewezen patiënt. Het is nodig hen van tijd tot tijd te zien of met hen te corresponderen zodat bij de eerste tekenen van ontmoediging of wilszwakte hen de hand gereikt kan worden en recidive voorkomen. Van Renterghem wijst er op dat Dr.A.Forel, die zoveel succes heeft met de behandeling van dipsomanen, dat ook doet.

Toch is er bij van Renterghem twijfel te bespeuren over de resultaten van de psycho-therapie bij homosexualiteit..."Om nu volkomen te zijn, zou de genezing van perverse geslachtsdrift moeten veronderstellen een algeheel uitgewischt-zijn van de herinneringsbeelden der homo-sexualiteit; zulks blijkt echter het geval niet te zijn. Men moet zich vergenoegen met het feit, dat deze beelden verbleekt zijn en teruggebracht tot een onschadelijk rudimentair bestaan, en dat de zieke zich onthoudt van alle onregelmatigheid in zijn geslachtsfunctien”. Van Renterghem eindigt met de constatering dat Schrenck Notzing er in geslaagd is te bewijzen dat de suggestieve behandeling genezing kan brengen van deze “zoo betreurenswaardige afwijkingen der menschelijke natuur."
Overigens was van Renterghem niet alleen pionier in de toepassing van hypnose bij homoseksualiteit. Hij was ook de eerste die het woord homo-sexualiteit in de Nederlandse medische literatuur gebruikte.

Of toch niet?
Aanvankelijk meende ook Krafft Ebing dat homoseksualiteit genezen kon worden met hypnose, maar ook met hydro-therapie en kuurbaden. Een ander recept van hem om de homoseksuele afwijking te keren was het 'heteroseksueel' huwelijk. De daarmee samenhangende 'gezonde' sex zou ervoor zorgen dat de homosexsualiteit uitdoofde. Dat je ‘het’ niet kreeg van hard werken was voor velen een veilig houvast en de ‘lijders’ werden van alle kanten aangeraden om toch vooral hard te werken. Dat vond ook de Nederlandse christelijke schrijfster Wilma. Zij betoogt in haar roman ‘God’s gevangene’ dat een verblijf op het platteland, in de frisse lucht, ver weg van de stadse verleidingen in combinatie met hard werken ook aanbevelenswaardig is in de strijd tegen ‘Gods gruwel’. Krafft-Ebing herzag later zijn visie over homosexualiteit en meende toen dat homosexualiteit een aangeboren aangelegenheid was.

Ook in Nederland was niet iedereen zo optimistisch over de mogelijkheid om met hypnose de urning te genezen. Dr. J.Schoondermark (1849-1915) die zichzelf tot professor had gepromoveerd was nooit te beroerd om een boekje te schrijven over iets dat ophef en vertier veroorzaakte. Vooral op het gebied van de sexualiteit liet hij graag een afwijkend geluid horen. In zijn brochure “Van de verkeerde richting”(1894) citeert hij met onverholen genoegen een anonieme bron die melding maakt van een psychiater die “een Urning, door hypnotische sessiën, van zijne neiging tot mooie cavaleristen wilde afbrengen. Na eene langdurige kuur was het resultaat schitterend: Patiënt beweert, dat hij nu ook gevoel krijgt voor mooie infanteristen.
Dit voor die psychotherapeuten, die meer bepaaldelijk de rol vervullen van geneesheer-comediant”.”Zoo zijn er!” laat Schoondermark weten.


© Johan Eland/Antiquariaat Lilith

Geen opmerkingen: